Lezing.
'Herleven om weer te overlijden. Herlevingswonderen als massaverschijnsel'

Eeuwenlang oordeelden theologen dat een doodgeboren kind geen recht had op een christelijke begrafenis. Zo'n baby kon niet worden gedoopt, waardoor hij niet op het gewijde kerkhof thuishoorde. Evenmin ging zijn ziel naar de hemel maar vertoefde die voor altijd in een ruimte tussen hemel en hel.

Voor de ouders van de doodgeboren baby, die toch al verdriet hadden, betekende dit extra leed en zelfs een schande. Hun kind werd niet alleen het hemelse genot ontzegd maar moest ook buiten de gewijde aarde van het kerkhof worden begraven, tussen de ketters en moordenaars.

Gelukkig bracht een herlevingswonder soms uitkomst. Dan trokken ouders met hun baby naar een speciale bedevaartplaats. Als ze geluk hadden, werd hun kind er heel even weer levend zodat het in zeven haasten kon worden gedoopt en alsnog een fatsoenlijke begrafenis kreeg.

Eeuwenlang bestond dit gebruik in verschillende landen van West-Europa, ook in België en Nederland. Op een enkele plaats leefde het voort tot het begin van de 20ste eeuw. Duizenden herlevingswonderen staan in de registers vermeld, en ongetwijfeld hebben er nog meer plaatsgevonden. Herlevingswonderen kwamen dermate vaak voor dat we over een – inmiddels vergeten – massafenomeen kunnen spreken. Het was een van de manieren waarop het volksgeloof uitwegen vond voor vragen die de officiële kerkelijke leer niet kon beantwoorden.

Een lezing over wanhoop, geloof en hoop.


Literatuur:
- Clerinx, H. 'Doodgeboren dus niet gedoopt dus niet naar de hemel. Middeleeuwse herlevingswonderen omzeilden kerkelijke leer.' In: Geschiedenis Magazine. Amsterdam, Spiegel Historiael, juni 2012. 
- Clerinx, H. 'Herleven om weer te sterven: via een omweg toch naar de hemel'. In: Geybels, H. e.a., Heiligen en tradities in Vlaanderen - lente & zomer. Antwerpen, Davidsfonds-WPG, 2017.


Duur van de lezing:
60 minuten



Contactgegevens:
Herman Clerinx
herman.clerinx@telenet.be